-
1 (zijn) ontslag nemen bij een bedrijf
(zijn) ontslag nemen bij een bedrijfVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > (zijn) ontslag nemen bij een bedrijf
-
2 ontslag
4 [vrijstelling] exemption♦voorbeelden:iemand zijn ontslag geven • dismiss someone(zijn) ontslag nemen • hand in one's notice/resignation, resign(zijn) ontslag nemen bij een bedrijf • leave a firm(zijn) ontslag nemen als lid van een bestuur • retire/resign from a committeeontslag op staande voet • summary dismissalzijn ontslag indienen • resign, hand in one's notice/resignation3 ontslag uit een inrichting/militaire dienst • discharge from an institution/from serviceontslag uit de gevangenis • release from prison4 ontslag van aansprakelijkheid/rechtsvervolging • discharge from liability/(further) prosecution -
3 hard
3 [moeilijk te verduren, onbetwistbaar] hard6 [onaangenaam met betrekking tot zintuiglijke waarneming] harsh ⇒ 〈 met betrekking tot kleuren ook〉 garish♦voorbeelden:een hard ei • a hard(-boiled) egghet gaat er hard tegen hard • the gloves are offhard leer • stiff leather3 harde bewijzen • firm proof, hard evidenceharde cijfers • hard figuresharde gegevens/feiten • hard/concrete data/factseen harde politiek • a tough policyhet was een harde slag voor haar • it was a heavy/bitter blow for her't zijn harde tijden • these are hard/trying timeseen harde waarheid • a harsh/stern truthzo iets is wel hard/valt hard • that sort of thing is certainly hard/rough't valt me hard het oude huis te verlaten • it's hard for me/it's a great wrench to leave our old housemet een harde stem spreken • speak in a hard voiceeen harde strijd • a hard/tough fightharde wind • strong/stiff windeen harde les • a hard/tough lessonharde maatregelen • harsh measureseen hard oordeel/vonnis • a harsh judgement/severe sentencehard van aard zijn • be hard-heartedhij is hard voor zijn vrouw • he is hard on his wife6 harde klanken/lijnen • harsh sounds/linesharde trekken • harsh featureshard water • hard waterII 〈 bijwoord〉1 [op onzachte wijze, hevig; met inspanning] hard2 [luid] loudly4 [meedogenloos] hard, harshly♦voorbeelden:hard liggen/neerkomen • lie hard, come down hardeen band hard oppompen • pump a tire up hardhard studeren/werken • study/work hardhard vriezen • freeze hardhij ging er nogal hard tegenaan • he went at it rather hardom het hardst roepen • shout at the top of one's voicezijn rust hard nodig hebben • sorely/badly need one's/a restdit onderdeel is hard aan vervanging toe • this part is in urgent need of replacement/badly needs to be replaced2 niet zo hard praten! • keep your voice down!harder spreken! • speak up!zeg dat maar niet te hard • don't speak too soonde tv harder zetten • turn up the TV3 hard achteruitgaan • deteriorate rapidly/fasthard lopen/rijden • walk/drive fastte hard rijden • drive/ride too fast, speed -
4 voet
1 [lichaamsdeel; deel van een kous] foot3 [versvoet; lengtemaat] foot5 [afdruksel] footprint♦voorbeelden:〈 figuurlijk〉 op staande voet • at once, on the spot; 〈 met betrekking tot verleden ook〉 then and there〈 figuurlijk〉 ergens (vaste) voet krijgen • gain a (firm) foothold somewhere, obtain a firm footingde voeten vegen • wipe one's feet〈 figuurlijk〉 iemand de voet dwars zetten • put a spoke in someone's wheel, thwart/frustrate someonevoet aan wal zetten • set foot ashoreiemand op de voet volgen • follow in someone's footsteps〈 figuurlijk〉 de gebeurtenissen/de ontwikkelingen op de voet volgen • 〈 bijhouden〉 keep (a close) track of events/developmentste voet gaan • walk, go on footnog goed uit de voeten kunnen • still be steady on one's legsvoor de voet(en) weg • off-handiemand voor de voeten lopen • 〈 figuurlijk〉 hamper someone, get under someone's feetvoet(je) voor voet(je) • step by stepde zieke kan geen voet verzetten • the patient is too weak to movegeen voet buiten de deur zetten • not set foot outside the doorik zet daar geen voet meer in huis • I won't ever set foot in that house again〈 figuurlijk〉 geen voet aan de grond krijgen • have no success, make no headway2 de voet van een glas • the stem/base of a glassde voet van een zuil/lamp • the base of a column/lampop gelijke voet met elkaar omgaan • be on an equal footingop gespannen voet staan met iemand • be at odds with someonezij staan op goede/vriendschappelijke voet met elkaar • they are on good/friendly terms (with each other)op grote voet leven • live in (great) styleop te grote voet leven • live beyond one's meansop vertrouwelijke voet staan met iemand • be on familiar terms with someonede zaken op dezelfde voet voortzetten • continue business (on the same footing) as beforeop voet van oorlog leven • be on a war footingop voet van gelijkheid • on equal terms -
5 houden
1 [behouden] keep2 [vast-, tegenhouden] hold3 [niet laten vallen] hold4 [tot zijn gebruik, genoegen in huis hebben; ook met betrekking tot personeel] keep5 [niet opgeven, niet verlaten] hold, keep7 [in een (toe)stand laten blijven] keep11 [+ voor] [achten] take to be ⇒ consider to be/as♦voorbeelden:1 zijn geur/kleur/smaak houden • keep its aroma/colour/tasteje mag het houden • you can keep/have itiets voor zichzelf houden • keep something for oneselfhij was niet te houden • there was no stopping himer was geen houden meer aan • it could no longer be stopped4 kippen/duiven houden • keep hens/pigeonsvreemde ideeën/gewoonten erop na houden • have funny ideas/habitswat voor politieke ideeën houdt hij erop na? • what are his political ideas?rechts houden • keep (to the) rightde blik op iets gericht houden • keep looking at somethinglaten we het gezellig houden • let's keep it/things niceik zal het kort houden • I'll keep it shortde prijzen laag houden • keep prices down/lowlaten we het netjes houden • let's keep it cleaniemand eronder houden • keep someone downhij kan er niets in houden • he can't keep anything downiemand aan het werk/aan de praat houden • keep someone busy/talkingergens een lucifer bij houden • put a match to somethinghij kon er zijn gedachten niet bij houden • he couldn't keep his mind on itiets tegen het licht houden • hold something up to the lightiemand tegen zich aan houden • clasp someone to oneselfiemand van zijn werk houden • keep someone from his/her workhou je commentaar maar vóór je • keep your remarks to yourselftwee mensen/zaken niet uit elkaar kunnen houden • not be able to tell two people/things apartik kon hun namen niet uit elkaar houden • I kept getting their names mixed uporde houden • keep order9 een lezing houden • give/deliver a lectureuitverkoop houden • hold/have a sale10 (een) café/winkel houden • keep/run a café/shopiets voor gezien houden • leave it at that, call it a dayiemand voor zijn broer houden • mistake someone for his brotherwaar hou je me voor? • what do you take me for?ik hou het niet meer • I can't take/stand it any moreik hou(d) het erop dat hij onschuldig is • I consider him (to be) innocenthet bij frisdrank houden • stick to soft drinkshet met iemand houden • 〈 onder één hoedje spelen〉 be in with someone; 〈 met betrekking tot seksuele relatie〉 be carrying on with someonewe houden het op de 15e • let's make it the 15th, thenik hou het op Ajax • I'm backing Ajax1 [+ van] [liefhebben] love4 [het niet begeven] hold♦voorbeelden:veel van iemand houden • love someone a lot/very muchvan iemand gaan houden • fall in love with someone2 niet van dansen/cognac houden • not like dancing/cognachij houdt wel van een grapje • he likes a bit of jokezij houdt niet van dat soort grapjes • she doesn't like those kinds of jokeshij houdt niet zo van feestjes/toespraken • he's not (much of a) one for parties/speechesik hou meer van bier dan van wijn • I prefer beer to winedie knoop houdt niet • that knot won't holdde verf houdt niet • the paint won't stick/is peelingIII 〈wederkerend werkwoord; zich houden〉1 [+ aan] [niet afwijken van] keep to 〈 regels, dieet, verdrag, termijn, programma, afspraak〉; adhere to 〈 overeenkomst, instructies〉; abide by 〈 beslissing, vonnis〉; comply with, observe 〈 regels, voorwaarden, regel van de wet〉2 [blijven] keep3 [schijn aannemen] pretend to be♦voorbeelden:2 zich goed houden • 〈 niet lachen〉 keep a straight face; 〈 zich niet door emoties laten overmannen〉 bear up wellhij kon zich niet goed houden • he couldn't help laughing/cryingik zou me er maar buiten houden • I'd keep out of it (if I were you)hou je erbuiten! • (you) keep out of it!3 zich dom/slapend houden • pretend to be deaf/asleep¶ hij wist niet hoe hij zich moest houden • he didn't know what to do/how to behave
См. также в других словарях:
Leave It to Beaver — Season one title screen Also known as Beaver Genre Sitcom Created by … Wikipedia
Firm — Refers to an order to buy or sell that can be executed without confirmation for some fixed period. Also, a synonym for company. The New York Times Financial Glossary * * * ▪ I. firm firm 1 [fɜːm ǁ fɜːrm] noun [countable] ORGANIZATIONS a company… … Financial and business terms
firm — Refers to an order to buy or sell that can be executed without confirmation for some fixed period. Also, a synonym for company. Bloomberg Financial Dictionary At CME, it is called a clearing member firm. A company that has membership privileges… … Financial and business terms
FIRM — ( foreign investment risk matrix) Graph that displays financial and political risk by intervals on which countries may be compared according to risk ratings. Bloomberg Financial Dictionary * * * ▪ I. firm firm 1 [fɜːm ǁ fɜːrm] noun [countable]… … Financial and business terms
firm — [[t]fɜ͟ː(r)m[/t]] ♦ firms, firming, firmed, firmer, firmest 1) N COUNT A firm is an organization which sells or produces something or which provides a service which people pay for. The firm s employees were expecting large bonuses. ...a firm of… … English dictionary
firm — {{Roman}}I.{{/Roman}} noun ADJECTIVE ▪ big, large, major ▪ medium sized ▪ small ▪ well known ▪ … Collocations dictionary
leave — {{Roman}}I.{{/Roman}} noun 1 period of time when you do not go to work ADJECTIVE ▪ annual ▪ paid, unpaid ▪ extended, indefinite, weekend ▪ … Collocations dictionary
leave — 1. v. & n. v. (past and past part. left) 1 a tr. go away from; cease to remain in or on (left him quite well an hour ago; leave the track; leave here). b intr. (often foll. by for) depart (we leave tomorrow; has just left for London). 2 tr. cause … Useful english dictionary
leave — leave1 leaver, n. /leev/, v., left, leaving. v.t. 1. to go out of or away from, as a place: to leave the house. 2. to depart from permanently; quit: to leave a job. 3. to let remain or have remaining behind after going, disappearing, ceasing, etc … Universalium
firm — 01. My wife works as a legal secretary in a large law [firm] downtown. 02. The [firm] where my uncle works hands out generous bonuses to all its employees at Christmas time. 03. I like to sleep on a very [firm] mattress, so a futon is perfect for … Grammatical examples in English
The Firm (Season 1) — Infobox Television show name = The Firm caption = Do They Have What It Takes? genre = Reality creator = Anne Low, Ng Ping Ho director = Ng Ping Ho developer = presenter = starring = Peter Pek , Chan Boon Yong, Zafrul Aziz voices = narrated =… … Wikipedia